Opmeten en behangen
Stap 1: Opmeten
Bereken hoeveel rollen je nodig hebt, voordat je behang gaat kopen. Uiteraard is dit afhankelijk van de breedte en hoogte van de muur, maar ook van het soort behang dat je gebruikt. Voor behang met een patroon heb je namelijk iets meer behang nodig om het patroon mooi door te laten lopen. Bekijk het onderstaande overzicht om snel en eenvoudig te zien hoeveel rollen behang je nodig hebt!
Muurbreedte | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
Muurhoogte | 2-3 m | 3-4 m | 4-6 m | 6-7 m | 7-8 m | 8-9 m | 9-10 m |
Hoger dan 2,5 m (met of zonder patroon) | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 6 | 7 |
Lager dan 2,5 m (behang zonder patroon) | 2 | 2 | 3 | 4 | 4 | 5 | 5 |
Lager dan 2,5 m (behang met patroon) | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 6 | 7 |
Stap 2: Voorbereiding
Zorg, voordat je begint met behangen, dat je ruimte leeg en stofvrij is. Dek de vloer af met afdekzeil om vlekken en beschadigingen te voorkomen en verwijder vooraf de stopcontacten. Heb je nog oud behang op je muur? Dan is het nodig om dit eerst te verwijderen. Gebruik hiervoor behangafweek of een behangafstomer.
Tip: Kleurvlekken kunnen door een dunne behangsoort schijnen. Verf de muur daarom eerst wit voordat je gaat behangen;
Bij pas gestucte muren is het aan te raden de muren eerst te behandelen met voorstrijkmiddel. Zo voorkom je dat de behanglijm direct in de muur trekt, waardoor het behang niet goed zal blijven zitten. Het voorstrijkmiddel kun je eenvoudig aanbrengen met een roller. Laat het vervolgens 24 uur drogen voor je gaat behangen.
Stap 3: Lijm en behang gebruiksklaar maken
Begin nu met het knippen van banen. Zorg er altijd voor dat je 10 cm meer afknipt dan de muur hoog is. Zo heb je wat speling. Gebruik voor het knippen van het behang een specialebehangschaar. Dit gaat meestal makkelijker dan het snijden met een stanleymes. Zeker bij nat behang.
Nu kun je beginnen met lijmen. Bekijk hiervoor de instructies op de verpakking. Last van lijmklonten? Dit voorkom je door de behanglijm eerst door een zeef te halen.
Stap 4: Start met aftekenen en lijmen
Zet eerst met behulp van een waterpas of loodlijn een potloodlijn om de muur. Dit is de plek waar de eerste baan van je behang komt. Je kunt nu beginnen met het insmeren van je behang met lijm. Hierbij kun je het beste het behang in 2 delen lijmen. Eerst het ene deel, daarna dubbelvouwen en dan het tweede deel. Gebruik hiervoor een behangtafel. Wacht vervolgens niet te lang met het aanbrengen van de baan.
Let op: Vliesbehang is hier een uitzondering op. Je hebt daarvoor geen behangtafel nodig. De lijm breng je direct op je muur aan.
Stap 5: Behangen
Je kunt van start. Begin bovenaan met het aanbrengen van je behang en houd hierbij een overlap van 5 cm aan. Wrijf het behang goed tegen de muur met een behangborstel. Zorg met een behangspatel voor een vouwlijn op de plek waar je het behang op maat gaat knippen en knip het overtollige stuk weg. Veeg de grotere luchtbellen zoveel mogelijk weg. Kleine belletjes trekken vanzelf weg.
Een losse naad? Deze kun je strak krijgen door hier met wat extra lijm overheen te wrijven.
Handige extra tips:
Gebruik een ‘bokkenpoot’ voor het aanbrengen van behang achter een radiator
Gebruik gekleurde behanglijm om te zien welke delen van de muur je al gelijmd hebt.
Werk van het raam af, zodat de naden van je behang minder opvallen.
Stap 6: Laten drogen
Bij het laten drogen van het behang is het belangrijk te zorgen voor een goede kamertemperatuur Een te hoge temperatuur bij droging kan namelijk spanning op de bovenlaag veroorzaken, waardoor deze krimpt en open naden geeft. Een te lage temperatuur bij droging geeft juist kans op plooien of verkleuring van het behang.